De term redneck ontstond in de 19e eeuw. Hij sloeg oorspronkelijk op arme blanke landarbeiders in de zuidelijke Verenigde Staten. Deze werkten vele uren voorovergebogen op het land waarbij hun nek in de zon verbrandde.
Al in 1893 werd volgens een Amerikaans dialectwoordenboek met "Redneck" een arme bewoner van een plattelandstreek' bedoeld. Met het taalgebruik en het dialect van de rednecks werd vaak de spot gedreven. Rednecks hadden een slechte naam. Ze waren vaak slachtoffer van fysieke bedreigingen en intimidatie. De frustraties hierover vierden ze bot op mensen die het nog moeilijker hadden dan zij; de gemeenschap van voormalige zwarte slaven.
Pellagra
De term redneck houdt wellicht verband met de vitaminedeficiëntieziekte Pellagra veelvuldig onbewerkte maïs eten en (zelfgestookte) alcohol drinken. Dit resulteerde in een chronisch tekort aan nicotinezuur (vitamine B3) en het essentiële aminozuur tryptofaan. Een door pellagra aangedane huid is extra gevoelig voor zonlicht, en kleurt sneller rood.
Begin 20e eeuw werden met rednecks vaak laatdunkend de politieke fracties binnen de Democratische Partij aangeduid. De als zodanig aangeduide fracties bestonden veelal uit blanke boeren uit de zuidelijke staten en hadden overwegend conservatieve en rechtse opvattingen, passend in het tijdsbeeld van die periode. Dezelfde groep werd ook wel denigrerend aangeduid met "cracker", "clay eater", "linthead", "peckerwood", "buckra", "Hillbilly", "white trash" en "wool hat boy", door de rijke, gevestigde orde die zijden hoeden droegen.
Later, in de eerste helft van dezelfde eeuw, werd redneck een algemene aanduiding voor vakbondsopstandelingen (union men), en werden ook de mijnwerkers uit West Virginia , Kentucky en Pennsylvenia hiermee aangeduid. Het opstandige en afzetten tegen de gevestigde orde is een typisch kenmerk van de vaak rebelse groepen die met redneck worden aangeduid. Hoewel in de eerste helft van de eeuw mensen vaak denigrerend bestempeld werden met de term redneck, identificeerden in de 2e helft van de 20e eeuw bevolkingsgroepen uit de arbeidersklasse zichzelf met rednecks. Hierbij staat het zich met trots afzetten dan wel in opstand komen van de arbeidersklasse tegen overheden en elite steeds centraal.
Stereotypering
Aan rednecks worden vaak een aantal stereotiepe kenmerken toebedeeld.Zo zouden het blanke, meestal arme, laag opgeleide plattelandsbewoners zijn. Ook zouden rednecks enkel dialect spreken en een slechte taalvaardigheid hebben. Vanwege de fysieke arbeid zijn de mannelijke Rednecks regelmatig potige kerels. Rednecks hebben veelal een vorm van gezichtshaar en dragen doorgaans werkkleding zoals spijkerbroeken, tuinbroeken of camouflagekleding, al dan niet in combinatie met een hoed of baseballcap. Velen hebben een bedrijfsauto (pick-uptruck of bestelbusje) als enige vervoermiddel.
Een relatief hoog percentage rednecks zou:
· regelmatig roken.
· regelmatig drinken (vanwege beperkte financiële middelen oorspronkelijk vaak zelf gestookt).
· kauwgum en/of pruimtabak kauwen.
· tatoeages ambiëren.
· van de ruigere feesten met livemuziek houden.
· van (vuur)wapens, jagen en vissen houden.
· van snelle auto's, trucks, landbouwwerktuigen, boten en motoren etc. houden, met de daarbij behorende festiviteiten en evenementen.
· in eenvoudige onderkomens wonen.
Verder zijn de oorspronkelijk uit nood geboren simpele en goedkope oplossingen voor technische problemen kenmerkend voor de rednecks.
Bron Internet. oa Google, Wikipedia etc.